Iedere accountant heeft een zorgplicht tegenover zijn cliënten. Dit betekent dat hij zich moet houden aan de gedrags- en beroepsregels die voor accountants gelden. Met andere woorden: hij moet zijn werkzaamheden naar behoren uitvoeren. Doet een accountant dat niet, maar schendt hij/zij deze zorgplicht? En lijdt jij als cliënt daardoor schade? Dan kan het zijn dat de accountant aansprakelijk is voor die schade.
Aansprakelijkheid van een accountant: wat moet je bewijzen?
Als je jouw accountant aansprakelijk wilt stellen, dan moet jij bewijzen dat de accountant een fout heeft gemaakt én dat jij daardoor schade hebt geleden. Dit kan soms lastig zijn, omdat accountants vaak complexe werkzaamheden uitvoeren. Het is dus niet altijd makkelijk om aan te tonen dat een fout is gemaakt.
Als jij vermoedt dat jouw accountant een fout heeft gemaakt is het verstandig om zo snel mogelijk contact op te nemen met een gespecialiseerde advocaat. Een advocaat kan je namelijk helpen bij het verzamelen van bewijs en het aansprakelijk stellen van de accountant.
De schade beperken
Als jij als ondernemer gebruik maakt van de diensten van een accountant, dan kan jij zelf ook maatregelen nemen om de schade bij een fout van de accountant te beperken. Zo kunnen jullie bijvoorbeeld afspraken maken over de werkzaamheden die de accountant zal uitvoeren en de wijze waarop hij deze werkzaamheden zal uitvoeren. Daarnaast kunnen jullie afspraken maken over de aansprakelijkheid van de accountant en de hoogte van eventuele schadevergoedingen.
Conclusie
Als jij als ondernemer schade hebt geleden als gevolg van een fout van jouw accountant, dan kan je de accountant aansprakelijk stellen voor die schade. Het is wel belangrijk dat jij kunt bewijzen dat de accountant een fout heeft gemaakt en dat jij daardoor schade hebt geleden. Door afspraken te maken met jouw accountant kan jij bij eventuele schade de aansprakelijkheid van de accountant beter onderbouwen en zo de risico’s voor jouw onderneming verminderen.
Vragen?
Heb je vragen over de mogelijke aansprakelijkheid van jouw accountant? Of wil je weten wat je mogelijkheden zijn? Neem dan gerust vrijblijvend contact met mij op, ik help je graag.
https://www.magnuslaw.nl/wp-content/uploads/2023/06/pexels-pixabay-164686_4f53e2dab6880b13f2649e4ba13dea74_2000.jpg13302000andrea@mama-motion.nlhttps://www.magnuslaw.nl/wp-content/uploads/2022/09/logo_magnuslaw.svgandrea@mama-motion.nl2023-06-20 12:11:322025-04-29 11:37:49Aansprakelijkheid van een accountant, waar moet je op letten?
Allereerst is het belangrijk om te weten dat een boekhouder in principe aansprakelijk is voor fouten die hij of zij maakt tijdens het uitvoeren van zijn of haar werk. Dit betekent dat als de boekhouder een verkeerde belastingaangifte indient of te laat informatie verstrekt aan de Belastingdienst, hij of zij daarvoor verantwoordelijk is. Als jij als ondernemer daardoor schade lijdt, kan het zijn dat de boekhouder jou een schadevergoeding moet betalen.
Eigen schuld
Maar er zijn ook situaties waarin je de boekhouder niet aansprakelijk kan stellen. Als jij bijvoorbeeld zelf te weinig of foutieve informatie verstrekt aan de boekhouder, dan kan je hem/haar daarvoor niet verantwoordelijk houden. Het is je eigen verantwoordelijkheid als ondernemer om ervoor te zorgen dat je tijdig de juiste informatie verstrekt.
Leg afspraken schriftelijk vast
Het is daarom belangrijk om goede afspraken te maken met je boekhouder en ervoor te zorgen dat er duidelijke contracten zijn, waarin je duidelijke afspraken maakt over eventuele aansprakelijkheid. Zo weet je van tevoren wat je kunt verwachten en ben je beter beschermd als er onverhoopt toch iets fout gaat.
Aansprakelijkheidsverzekering
Als je je boekhouder aansprakelijk gaat stellen, is het van belang om te weten of hij/zij een aansprakelijkheidsverzekering heeft afgesloten. De meeste boekhouders hebben namelijk een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten om zichzelf en hun bedrijf te beschermen tegen eventuele schadeclaims van ondernemers. Wordt de schadeclaim niet gedekt door de verzekering? Dan kan de boekhouder, afhankelijk van de omstandigheden van het geval, ook persoonlijk aansprakelijk zijn voor de schade.
Boekhouder aansprakelijk stellen?
Als ondernemer is het belangrijk om je bewust te zijn van de aansprakelijkheid van je boekhouder. Zorg ervoor dat je de juiste maatregelen treft om jezelf te beschermen tegen eventuele schadeclaims. Door goede afspraken te maken en duidelijke contracten op te stellen, zorg je ervoor dat je financiële zaken veilig worden beheerd. En daarmee kan jij je richten op het laten groeien van je bedrijf.
Heb je vragen over de mogelijke aansprakelijkheid van jouw boekhouder? Of wil je weten wat je mogelijkheden zijn? Neem dan gerust vrijblijvend contact met mij op, ik help je graag.
https://www.magnuslaw.nl/wp-content/uploads/2023/06/pexels-karolina-grabowska-4476375_207eeb9689174afae83b7d8becd231e6_2000.jpg13332000andrea@mama-motion.nlhttps://www.magnuslaw.nl/wp-content/uploads/2022/09/logo_magnuslaw.svgandrea@mama-motion.nl2023-06-20 12:04:002025-04-29 11:38:13Je boekhouder aansprakelijk stellen? Dit moet je weten
De rechter zal als eerste kijken naar een mogelijke schending van de zorgplicht. Kort gezegd houdt deze zorgplicht in dat de notaris de belangen van alle betrokken partijen goed moet behartigen. Zo moet een notaris onder meer onderzoeken of bepaalde informatie klopt en of partijen begrijpen waar zij voor tekenen. In sommige gevallen moet de notaris partijen op de risico’s wijzen of zelfs voor deze risico’s waarschuwen. Als de notaris deze verplichtingen niet nakomt, kan hij/zij aansprakelijk zijn voor de schade.
Heeft de notaris een fout gemaakt? Dan kan de ernst van deze fout van invloed zijn op de aansprakelijkheid van de notaris. Kleine fouten worden minder snel aangemerkt als beroepsfouten dan grote fouten. Ontbreekt bijvoorbeeld een belangrijke clausule in een contract? Dan kan dit als een grote fout en schending van de zorgplicht worden gezien.
3. De omvang van de schade
Als er schade is geleden door een beroepsfout van de notaris, kan de rechter ook kijken naar de omvang van deze schade. Dit kan van invloed zijn op de hoogte van de compensatie die de notaris moet betalen. Soms is het handig om de rechter eerst een oordeel te laten vellen over de aansprakelijkheid vanwege de schending van de zorgplicht van de notaris. Dit gebeurde recentelijk nog in een uitspraak van het Gerechtshof Den Haag.
4. Mate van verwijtbaarheid
Ook de mate van verwijtbaarheid is een belangrijk aspect bij de beoordeling. Heeft de notaris bewust roekeloos of frauduleus gehandeld? Dan is hij/zij eerder aansprakelijk dan wanneer er sprake was van een vergissing of onoplettendheid.
5. Aard van de overeenkomst
De rechter kan ook kijken naar de aard van de overeenkomst tussen de notaris en de betrokken partijen. Gaat het bijvoorbeeld om een testament, een koopovereenkomst of een akte van verdeling? Dan zal de rechter rekening houden met specifieke wet- en regelgeving die van toepassing zijn op de betreffende overeenkomst.
In het algemeen geldt dat notarissen een grote verantwoordelijkheid dragen ten opzichte van hun klanten, zeker als dit particulieren zijn. Fouten en onzorgvuldigheden kunnen leiden tot grote schade voor betrokken partijen. Om deze reden is het van belang dat notarissen werk zorgvuldig doen en hun zorgplicht serieus nemen. Zij moeten goed op de hoogte zijn van de wet- en regelgeving die van toepassing is op hun werk.
Vragen?
Heb je vragen over een mogelijke aansprakelijkheid van een notaris? Of wil je weten wat je mogelijkheden zijn? Neem dan gerust vrijblijvend contact met mij op, ik help je graag.
https://www.magnuslaw.nl/wp-content/uploads/2023/06/pexels-photomix-company-101808_f7c53d6cf76b1b27bb7426ea85ca54bf_2000.jpg13332000andrea@mama-motion.nlhttps://www.magnuslaw.nl/wp-content/uploads/2022/09/logo_magnuslaw.svgandrea@mama-motion.nl2023-06-20 11:50:442025-04-29 11:38:41Schending zorgplicht notaris: waar houdt de rechter rekening mee?
‘Warme’ of ‘lauwe’ grond noemen ze het: landbouwgrond waarvan gesuggereerd wordt dat het door een bestemmingswijziging in waarde zal stijgen. De handel in deze grond is de afgelopen jaren steeds groter geworden. Daarbij kochten grondhandelaren grote percelen landbouwgrond op, vaak voor een prijs tussen de 4 en 10 euro per vierkante meter. Vervolgens knipten zij deze percelen op in kleinere kavels, om deze door te verkopen aan consumenten, voor tientallen of soms wel meer dan 200 euro per vierkante meter.
Hierbij spiegelden zij de consument voor dat de bestemming van de grond binnen afzienbare tijd zou gaan wijzigen, waarna er op de kavel gebouwd zou gaan worden. De prijs van de grond zou daardoor in waarde stijgen, want bouwgrond is meer waard dan landbouwgrond. Een mooie investering dus.
Nu is er met de verkoop van ‘warme’ grond in principe niet zo veel mis, als er inderdaad een bestemmingsplanwijziging in het verschiet ligt. Maar de laatste tijd blijkt steeds vaker dat grondhandelaren de consumenten loze beloftes hebben gedaan. En dat er op de aangekochte kavels nooit gebouwd zal gaan worden.
Loze beloftes?
In 2019 berichtte het Financieele Dagblad er al over. En onlangs besteedde het RTL Nieuws er uitgebreid aandacht aan. Het lijkt erop dat veel grondhandelaren beleggers met mooie praatjes en ronkende brochures om de tuin hebben geleid. Want veel van de verkochte percelen kwamen namelijk helemaal niet in aanmerking voor een wijziging van het bestemmingsplan. Omdat zij in een krimpregio lagen bijvoorbeeld, of te dicht bij een snelweg of een hoogspanningskabel. Of omdat er geen infrastructuur aanwezig was. Of omdat lokale overheden het gebied al als natuur- of recreatiegebied hadden bestempeld. En als het al tot een wijziging van het bestemmingsplan zou komen, staan projectontwikkelaars niet in de rij om een versnipperd perceel landbouwgrond te kopen: te veel partijen, en de prijs te hoog. Als gevolg hiervan zitten veel beleggers met ‘waardeloze’ percelen landbouwgrond. Wat kunnen zij doen?
De grondhandelaar aanspreken
Zoals hierboven al aangegeven is de handel in ‘warme’ grond in principe niet verboden. Maar als je kunt bewijzen dat de grondhandelaar informatie heeft verzwegen of heeft gelogen over de potentie van de grond, kan je proberen de grondhandelaar aan te spreken. Ook kan je proberen onder de koopovereenkomst uit te komen met een beroep op dwaling en oneerlijke handelspraktijken. Je kunt de overeenkomst dan vernietigen. Er zijn in de rechtspraak verschillende zaken bekend waarin dit is gelukt.
Als je hiertoe over wilt gaan, is het wel raadzaam om eerst juridisch advies in te winnen. Een juridisch expert kan je vertellen of je kans maakt en welke stappen je het beste kunt zetten.
De notaris aansprakelijk stellen
Daarnaast kan je overwegen om de betrokken notaris aansprakelijk te stellen. In veel gevallen van dubieuze grondhandel hebben de handelaars samengewerkt met een projectnotaris en volmachten, waardoor beleggers de notaris nooit hebben gezien. Het kan zijn dat de notaris door deze handelwijze in strijd handelde met zijn zorgplicht.
In de afgelopen jaren zijn al verschillende notarissen tuchtrechtelijk op de vingers getikt voor hun betrokkenheid bij dubieuze grondhandel. De straffen varieerden van een waarschuwing tot een ontzetting uit het ambt. Ook zijn meerdere notarissen civielrechtelijk aansprakelijk gesteld, met wisselend succes. Ook hier is het dus raadzaam om eerst juridisch advies in te winnen voordat je in actie komt.
Vragen over dubieuze grondhandel?
Ben je het slachtoffer geworden van dubieuze grondhandel en heb je hier vragen over ? Of wil je weten wat je mogelijkheden zijn? Neem dan gerust vrijblijvend contact met mij op, ik help je graag.
https://www.magnuslaw.nl/wp-content/uploads/2023/06/unsplash-image_bb5c7206b37fea67a5b5b7bafda7b410_2000.jpg13332000Jeen Kerstenhttps://www.magnuslaw.nl/wp-content/uploads/2022/09/logo_magnuslaw.svgJeen Kersten2023-06-07 14:34:012025-04-29 11:39:06Slachtoffer van dubieuze grondhandel, wat nu?
Grensoverschrijdend gedrag is een vorm van ongewenst gedrag, dat kan variëren van verbaal en fysiek geweld tot seksuele intimidatie en seksueel geweld.
In mijn eerste blog over dit onderwerp schreef ik al dat in de sport veruit de meeste meldingen gaan over seksueel grensoverschrijdend gedrag. Maar de laatste tijd komen er steeds meer zaken in het nieuws waarbij er sprake was lichamelijk en emotioneel grensoverschrijdend gedrag. Denk dan aan situaties waarin (top)sporters zijn geïntimideerd, uitgescholden of vernederd en/of werden uit- of buitengesloten. Er zijn zelfs meldingen gemaakt van fysiek geweld. Ik hoef natuurlijk niet uit te leggen dat dit gedrag ernstige gevolgen kan hebben voor de fysieke en mentale gezondheid van de betrokken sporters.
Waarom is juridische bijstand bij grensoverschrijdend gedrag in de sport gewenst?
Juridische bijstand is de hulp die iemand kan krijgen bij het aanpakken van juridische problemen, meestal van een advocaat. In het geval van grensoverschrijdend gedrag in de sport kan een advocaat helpen bij het indienen van een klacht, het vinden van een juridische oplossing of het vervolgen van de dader. Dit kan de betrokkenen in staat stellen om gerechtigheid te krijgen voor het onrecht dat hen is aangedaan. En dit kan weer helpen bij het verwerken van de gebeurtenissen.
Wanneer juridische bijstand noodzakelijk?
Als iemand slachtoffer is geworden van grensoverschrijdend gedrag en niet weet hoe hij/zij verder moet gaan, kan een advocaat helpen om de juiste (al dan niet juridische) stappen te nemen. Maar er zijn ook verschillende situaties denkbaar waarin juridische bijstand echt nodig kan zijn. Bijvoorbeeld als:
Het niet lukt om de kwestie op te lossen via interne procedures van de sportorganisatie.
Aleten of coaches emotionele en financiële steun nodig hebben bij het indienen van een klacht of aangifte.
Betrokkenen bijstand nodig hebben bij het waarschuwen van autoriteiten voor criminele daden, zoals seksueel misbruik.
Hoe kan een advocaat bijdragen aan een oplossing?
Een advocaat kan bijdragen aan de oplossing in zaken over grensoverschrijdend gedrag in de sport door:
Advies te geven over de juridische stappen die nodig zijn om de zaak aan te pakken
Te helpen bij het indienen van een klacht of aanklacht bij de juiste instanties.
Betrokkenen bij te staan bij de juridische processen en eventuele schadeclaims.
Bij te dragen aan het vergroten van het bewustzijn over grensoverschrijdend gedrag in de sport.
Conclusie
Grensoverschrijdend gedrag in de sport is een ernstig probleem dat niet mag worden genegeerd. Dit gedrag kan ernstige gevolgen hebben voor de fysieke en mentale gezondheid van de betrokkenen. Het is belangrijk om te onthouden dat iedereen in de sportwereld verantwoordelijk is voor het waarborgen van een veilige en gezonde omgeving en het voorkomen van grensoverschrijdend gedrag. Een advocaat kan helpen een oplossing voor de kwestie te vinden, kan atleten en coaches helpen bij het krijgen van gerechtigheid en kan helpen om herhaling in de toekomst te voorkomen.
Heb je vragen of kan je juridische hulp over dit onderwerp gebruiken? Of wil je weten wat je mogelijkheden zijn? Neem dan gerust vrijblijvend contact met mij op, ik help je graag.
https://www.magnuslaw.nl/wp-content/uploads/2024/09/pexels-kat-smith-551588_d0bc9d7886411c23f1ce3e4fbe7e5984_2000.jpg13352000Jeen Kerstenhttps://www.magnuslaw.nl/wp-content/uploads/2022/09/logo_magnuslaw.svgJeen Kersten2023-05-15 09:01:152025-04-29 11:39:29Grensoverschrijdend gedrag in de sport: de rol van de advocaat
Volgens artikel 7:668a van het Burgerlijk Wetboek (BW) mag jouw werkgever je niet oneindig tijdelijke arbeidsovereenkomsten geven. Je mag als werknemer maximaal voor drie (aaneengesloten) jaren op basis van maximaal drie tijdelijke arbeidsovereenkomsten bij dezelfde werkgever in dienst zijn. Hierna gaat je dienstverband over in een vast dienstverband, een overeenkomst voor onbepaalde tijd. Een belangrijk verschil is dat zowel jij als je werkgever een tijdelijk dienstverband niet zomaar tussentijds kunnen beëindigen. Een vast contract kan je als werknemer beëindigen wanneer je wilt, je hoeft dan alleen rekening te houden met de opzegtermijn.
Drie tijdelijke overeenkomsten in drie jaar dus. Ga je er even tussenuit? Als dit korter is dan zes maanden, dan telt die tussenpoos mee bij de berekening van maximaal drie jaar.
Bijvoorbeeld: je hebt een overeenkomst van een jaar, daarna krijg je nog een overeenkomst van een jaar, dan ga je er vier maanden uit en dan keer je weer terug met een overeenkomst van een jaar. De laatste overeenkomst geldt dan voor onbepaalde tijd omdat je hiermee de drie jaar overschrijdt (de vier maanden tellen mee).
Nu is er een uitzondering mogelijk voor werk dat tijdelijk en terugkerend is. Voor werk dat maximaal negen maanden per jaar gedaan kan worden, geldt dat de tussenpoos verkort wordt naar drie maanden. Denk hierbij aan seizoensarbeid of ijsverkopers.
De ketenregeling in de sport
Maar hoe zit het nu als je een sporter of trainer bent en tijdelijk in dienst bent van je club? Sport is niet maar negen maanden per jaar te beoefenen. En doorgaans duren de zomerstops korter dan drie maanden. De wet biedt daar dus geen uitkomst. Aan de andere kant: als er in de sport door toedoen van de ketenregeling een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd zou ontstaan, zou je deze arbeidsovereenkomst op elk gewenst moment met een opzegtermijn van een maand kunnen opzeggen. Daar staat dan geen enkele financiële compensatie voor de club tegenover. Dit kan schade toebrengen aan de clubs die deelnemen aan de (inter)nationale competitie en dus voor de sportieve continuïteit moet kunnen vertrouwen op het behoud van spelers. En in het voetbal tast het ook de huidige systematiek van transfervergoedingen bij spelerswisselingen aan. Daardoor kan het voortbestaan van de sector in het gedrang komen.
De oplossing voor deze vraagstukken vind je in de CAO. Het is namelijk mogelijk om bij CAO andere afspraken te maken over de ketenregeling. In een CAO kan de ketenregeling worden verruimd en kunnen bepaalde functies worden uitgesloten. Denk dan aan functies die vanwege de intrinsieke aard uitsluitend verricht kunnen worden in tijdelijk dienstverband, zoals spelers, trainers en coach maar ook de technische staf.
Zo is in de CAO voor contractspelers in het betaald voetbal opgenomen dat er voor maximaal twaalf (!) jaar een tijdelijk dienstverband mag worden aangeboden voordat je als werknemer in vaste dienst komt. Een behoorlijke verruiming ten opzichte van de wettelijke drie jaar.
Sporten met vast dienstverband
Op dit moment is er alleen in het betaald voetbal een uitzondering op de ketenregeling gemaakt. Eerder werd er voor de Tilburgse Trappers (ijshockey) al eens een eigen CAO ingericht met verruiming van de ketenregeling, maar die CAO is nu niet meer geldig. Verschillende sportorganisaties, bijvoorbeeld in het wielrennen en schaatsen, werken daarom ‘gewoon’ met drie tijdelijke overeenkomsten en gaan dan over op een vast dienstverband.
Daarbij zoeken zij soms wel naar creatieve oplossingen om de ketenregeling te omzeilen. Eén daarvan is het ondertekenen van een vaststellingsovereenkomst (VSO) bij het tekenen van de overeenkomst voor onbepaalde tijd. In de VSO is dan opgenomen dat het vaste dienstverband eindigt op een van tevoren vastgesteld datum, bijvoorbeeld aan het einde van het seizoen. Op deze manier proberen werkgevers hun werknemers feitelijk weer in tijdelijke dienst te nemen.
Als jou dit ook overkomt weet je natuurlijk niet goed wat je moet doen. En lijkt het misschien logisch om zo’n VSO te ondertekenen. Maar in de rechtspraak is bepaald dat je werkgever de regels niet op deze manier mag omzeilen.
Vragen?
Heb je vragen over jouw eigen contract? Of wil je weten wat je mogelijkheden zijn? Neem dan gerust vrijblijvend contact met mij op, ik help je graag.
https://www.magnuslaw.nl/wp-content/uploads/2024/09/pexels-tim-mossholder-9539095_07bbf4ee8e9c5fc1b5b936cddbd77fc4_2000.jpg13332000Jeen Kerstenhttps://www.magnuslaw.nl/wp-content/uploads/2022/09/logo_magnuslaw.svgJeen Kersten2023-04-11 06:15:102025-04-29 11:39:53De ketenregeling in de sport, wanneer wordt een tijdelijk contract een vast contract?
In de wet staat dat werkgevers een aanzegverplichting hebben. Dit betekent dat zij werknemers met een tijdelijk contract uiterlijk één maand voor het einde van het contract moeten laten weten of zij het contract willen verlengen en zo ja, onder welke voorwaarden. Het doel hiervan is om werknemers op tijd duidelijkheid te geven, zodat zij zich bij beëindiging van het contract kunnen gaan richten op ander werk.
Let op: de aanzegverplichting geldt alleen voor tijdelijke contracten met een looptijd van zes maanden of langer en waarvan het einde is gesteld op een kalenderdatum.
Eindigt een contract bijvoorbeeld op 30 juni 2023? Dan moet de werkgever uiterlijk op uiterlijk 31 mei 2023 aanzeggen. In oktober 2022 heeft de Hoge Raad (de hoogste rechter in ons land) bepaald dat dit altijdschriftelijk moet gebeuren. Een mondelinge of impliciete kennisgeving is dus niet voldoende. Het is overigens wel toegestaan om de aanzegging al in het contract op te nemen.
Aanzegvergoeding
Zegt een werkgever niet, te laat of niet schriftelijk aan? Dan is hij de werknemer een boete verschuldigd. Dit noemen we de aanzegvergoeding. Hoe hoog deze vergoeding is hangt van hoeveel dagen de werkgever te laat is met de schriftelijke aanzegging:
Is hij (meer dan) een maand te laat? Dan bedraagt de aanzegvergoeding één bruto maandsalaris.
Is de werkgever een gedeelte van een maand te laat? Dan is hij de aanzegvergoeding naar rato verschuldigd. Stel, jouw werkgever is 10 dagen te laat, dan is de vergoeding gelijk aan het bedrag aan loon over tien dagen.
Let op: ook als de werkgever het contract wél verlengt, maar dit te laat of niet schriftelijk doet, is hij een aanzegvergoeding verschuldigd.
De vergoeding is onder meer níet verschuldigd als de werkgever failliet gaat of aan hem surseance van betaling is verleend.
De aanzegvergoeding in de sport
Werk jij in de sport, met een tijdelijk contract van zes maanden of meer? Dan zijn de regels over de aanzegverplichting ook op jou van toepassing. En heb je dus recht op een aanzegvergoeding als jouw werkgever niet, niet tijdig of niet schriftelijk heeft aangezegd.
Afwijkende regels in het betaald voetbal
Let op: voor spelers en trainer/coaches in het betaald voetbalmet een verlengd tijdelijk contract gelden afwijkende regels. Werkgevers hebben, als zij het contract van deze categorie werknemers niet willen verlengen, een andere aanzegtermijn. Ook moet de aanzegging per aangetekend schrijven worden gedaan. Daarnaast is de consequentie van het niet voldoen aan de aanzegtermijn ook anders. Daarover lees je hier meer.
Heb je vragen over dit onderwerp? Of ben je benieuwd of jij recht hebt op een aanzegvergoeding? Neem dan gerust contact met mij op, ik help je graag.
https://www.magnuslaw.nl/wp-content/uploads/2024/09/pexels-sora-shimazaki-5935755_6eec5819e48c07ab456b3cc7a8d18dfd_2000.jpg13332000Jeen Kerstenhttps://www.magnuslaw.nl/wp-content/uploads/2022/09/logo_magnuslaw.svgJeen Kersten2023-04-03 07:33:572025-04-29 11:40:20De aanzegvergoeding: wat is het en heb je er ook als sporter recht op?
In het reguliere arbeidsrecht hebben werkgevers van werknemers met een tijdelijke arbeidsovereenkomst van meer dan zes maanden een zogenaamde aanzegplicht: zij moeten hun werknemers uiterlijk één maand voor het einde van het contract schriftelijk laten weten of zij de arbeidsovereenkomst willen verlengen of beëindigen. Zegt de werkgever niet (op tijd) aan? Dan is hij een aanzegvergoeding verschuldigd.
Deze aanzegplicht geldt zowel bij eerste contracten als bij verlengde contracten (van meer dan zes maanden).
Voor het huidige seizoen betekent dit dus: aanzeggen op uiterlijk 31 mei 2023. Althans, voor het ‘reguliere’ personeel in het betaald voetbal en voor spelers en trainer/coaches met een eerste contract. Want voor spelers en trainer/coaches met een verlengd tijdelijk contract gelden andere regels.
Aanzegplicht CAO’s betaald voetbal
Op grond van artikel 6 van de CAO Contractspelers Betaald Voetbal en artikel 6 van de CAO Trainer/Coaches Betaald Voetbal gelden voor spelers en trainer/coachesmet een verlengd tijdelijk contract andere regels. In deze artikelen is namelijk opgenomen dat als een club het contract niet nog een keer wil verlengen, dit uiterlijk op 31 maart van het betreffende jaar via een aangetekend schrijven kenbaar moet worden gemaakt.
Wil een club in het seizoen 2023/2024 dus niet meer met een speler of trainer/coach verder? Dan moet de club dit uiterlijk 31 maart 2023 per aangetekend schrijven laten weten. Let op: persoonlijk overhandigen of versturen per reguliere post of per email is niet voldoende.
Doet de club dit niet (op tijd)? Dan wordt de arbeidsovereenkomst op grond van de CAO in principe automatisch en tegen dezelfde voorwaarden met één jaar verlengd.
Contract niet verlengd?
Besluit de club het contract niet te verlengen? En maken zij dit op tijd en op de juiste manier kenbaar? Dan heeft ook de speler of trainer/coach in het betaald voetbal recht op transitievergoeding. Daarover lees je hier meer.
Vragen?
Heb je vragen over dit onderwerp? Is jouw contract niet op tijd of op de juiste manier beëindigd? Of wil je dat ik eens met je meekijk naar jouw contract? Neem dan gerust contact met mij op, ik help je graag.
https://www.magnuslaw.nl/wp-content/uploads/2024/09/unsplash-image_d2fb0ebe0b48f8911dfea936fc4e0d8f_2000.jpg13332000Jeen Kerstenhttps://www.magnuslaw.nl/wp-content/uploads/2022/09/logo_magnuslaw.svgJeen Kersten2023-04-03 07:32:562025-04-29 11:40:40Betaald voetbal en aflopende contracten van spelers en trainers – opletten geblazen
Maar eerst nog even iets over het ISR. Dit instituut is de laatste jaren nogal onder vuur komen te liggen, mede naar aanleiding van een aantal uitspraken in het turndossier. Melders, beschuldigden, politiek en media hadden en hebben nogal wat aan te merken op de procedure. Net als ondergetekende overigens. De procedure duurt doorgaans veel te lang, verklaringen van melders en getuigen komen niet goed op papier en de dossiers zijn vaak niet op orde. In de zaak Wevers betitelde de tuchtcommissie het dossier zelfs als ‘zwaar onder de maat’. Ik hoef hier natuurlijk niet uit te leggen dat dit voor melders een zeer onwenselijke situatie is. Je zou maar na jarenlang moed verzamelen eindelijk een melding van grensoverschrijdend gedrag hebben gemaakt, en dan springt het ISR daar zo mee om. Maar ook voor (mogelijk onterecht) beschuldigden is dit natuurlijk niet goed.
Oorzaken
Waar het aan ligt? Om te beginnen lijkt het erop dat het ISR niet is berekend op het grote aantal meldingen van grensoverschrijdend gedrag dat de laatste jaren in de sport is gedaan. Het ISR is in ieder geval onvoldoende bemenst en lijkt ook onvoldoende toegerust voor dit type zaken.
Zo is mijn persoonlijke ervaring dat – door capaciteitsgebrek – er bij het ISR vaak te weinig ogen in de onderzoeksfase zijn waardoor daar vaak al procedures spaak lopen. Vergelijk het met één politieagent die meerdere verhoren in dezelfde (soort) zaken afneemt. Verhaallijnen gaan dan door elkaar lopen. Het gevolg is dat in de onderzoeksfase essentiële missers worden gemaakt.
Inmiddels heeft minister Helder (Langdurige zorg en sport) in mei 2022 aangekondigd dat er bij het ISR op ‘zo kort mogelijke termijn’ een professionaliseringsslag wordt gemaakt.
Maar er lijkt ook nog iets anders aan de hand. En dat heeft te maken met de bewijswaardering in dit soort zaken. Daarover vertel ik je graag meer.
Bewijs van grensoverschrijdend gedrag in de sport: de reglementen
Het sporttuchtrecht is civiel recht, maar in sommige opzichten lijkt het wel een beetje op het strafrecht. Zeker als het op een procedure aankomt. Toch wordt in het tuchtrecht een andere bewijsmaatstaf gehanteerd dan in het strafrecht. In het strafrecht moeten feiten namelijk wettelijk en overtuigend bewezen worden. Hiervoor is altijd een minimum aantal van twee bewijsmiddelen nodig.
‘Het bewijs van een overtreding is geleverd wanneer de aanklager of de kamer op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden van mening is dat de feiten die ten grondslag liggen aan de overtreding van het reglement, ertoe leiden dat voldoende aannemelijk is dat de beklaagde de overtreding heeft begaan.’
Dit betekent dat de overtreding waarvan melding is gedaan niet onomstotelijk hoeft vast te staan. Het hoeft slechts aannemelijk te zijn dat de overtreding heeft plaatsgevonden. Hiermee lijkt de lat lager te liggen dan in het strafrecht.
Maar, in artikel 3 lid 5 van het Algemeen Tuchtreglement lezen we het volgende:
‘Het bewijs van een overtreding is geleverd indien de commissie op grond van feiten en omstandigheden de overtuiging heeft dat de betrokkene de overtreding heeft begaan. De commissie kan het bewijs mede gronden op stukken, verklaringen, foto’s, t.v.- of videobeelden, e.d.. Het bewijs kan niet kan worden gegrond op één enkel stuk, één enkele verklaring of alleen op beeldmateriaal, met uitzondering van een verklaring welke afkomstig is van een (buitenlandse) zusterorganisatie van de sportbond of van een bij de sportbond in functie zijnde (wedstrijd)official.’
Deze bepaling vinden we niet terug in het Tuchtreglement Seksuele intimidatie. Maar met de eis dat i. de commissie de overtuiging moet hebben dat de overtreding is begaan en ii. er sprake moet zij van minimaal twee bewijsstukken lijkt de bewijsmaatstaf wel zwaarder te zijn dan in artikel 3 lid 8. Daar moet de overtreding namelijk aannemelijk zijn. Hoe wordt hier nu in de praktijk mee omgegaan?
Het bewijs in de praktijk
In de praktijk zien we dat het ISR verschillend omgaat met deze wat onduidelijke bewijsmaatstaf. In sommige zaken eist de commissie dat de overtreding ‘buiten redelijke twijfel’ moet hebben plaatsgevonden, terwijl er in andere zake sprake moet zijn van ‘voldoende overtuigend bewijs’ of zelfs dat ‘moet zijn komen vast te staan’ dat de overtreding heeft plaatsgevonden. En de Commissie van beroep hanteert de maatstaf dat zij op grond van feiten en omstandigheden de overtuiging moet hebben dat de overtreding is begaan of dat de overtreding voldoende aannemelijk moet zijn.
Hoe verder?
Laat voorop staan dat het bovenstaande er jou zeker niet van moet weerhouden om een melding te doen als jij met (seksueel) grensoverschrijdend gedrag bent geconfronteerd. Probeer echter wel vooraf goed advies in te winnen bij vertrouwelingen en bij een advocaat – zoals ondergetekende – die hierin gespecialiseerd is. Je mag dan ook altijd vrijblijvend contact opnemen om jouw zaak te bespreken.
https://www.magnuslaw.nl/wp-content/uploads/2024/09/jorge-romero-mfCFuPfTtdU-unsplash_efbaff37b14e8266ea79f96f6581e6de_2000.jpg12821920Jeen Kerstenhttps://www.magnuslaw.nl/wp-content/uploads/2022/09/logo_magnuslaw.svgJeen Kersten2023-03-28 07:43:322025-04-29 11:41:01Grensoverschrijdend gedrag in de sport: hoe bewijs je dat?
In Nederland staat sinds 2015 in de wet dat je als werknemer recht hebt op een transitievergoeding als je werkgever het dienstverband beëindigt. De werkgever compenseert je met deze vergoeding als het ware voor het ontslag. Ook moet een ontslagvergoeding de overgang (transitie) naar een nieuwe baan mogelijk maken.
De transitievergoeding bedraagt een derde maandsalaris voor elk gewerkt jaar (of een evenredig deel; er moet per dag worden afgerekend), gerekend vanaf de eerste dag van je dienstverband. Werkt jouw club of team met premies en bonussen, zoals in veel sporten gebruikelijk is? Dan heb je vaak een wisselend maandsalaris en wordt de berekening daarop aangepast.
De maximale hoogte van een transitievergoeding is in 2023 € 89.000,- bruto. Ligt het bruto jaarsalaris hoger? Dan bedraagt de transitievergoeding maximaal één jaarsalaris. Kan je werkgever dit bedrag niet in één keer betalen? Dan mag je ook een betalingsregeling (van maximaal 6 maanden) afspreken.
Wanneer heb je recht op transitievergoeding?
Als werknemer heb je recht op transitievergoeding als:
Je werkgever je arbeidsovereenkomst beëindigt of niet verlengt.
De arbeidsovereenkomst eindigt of niet wordt voortgezet als gevolg van ernstig verwijtbaar handelen van je werkgever.
Je hebt géén recht op transitievergoeding als je zelf ontslag neemt. Ook niet bij een ontslag op staande voet, als je jonger bent dan 18 jaar en niet meer dan 12 uur per week werkt of de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. En gaat je werkgever failliet? Ook dan heb je geen recht op transitievergoeding.
En hoe zit dat dan in de sport?
Al vanaf de invoering van de transitievergoeding hebben werkgevers in de sport het kabinet gevraagd om een uitzonderingspositie. Zo vonden veel Betaald Voetbalorganisaties (BVO’s) de transitievergoeding in het betaald voetbal haar doel miste, een extra belasting voor BVO’s vormde en een onnodige beloning voor contractspelers opleverde. En in de vrijwilligers- en amateursport, waar vaak met kleine contracten wordt gewerkt, was men van mening dat er veelal sprake is van een uit de hand gelopen hobby. De meeste ‘werknemers’ hebben ook nog een ‘echte’ baan, waardoor een transitievergoeding niet nodig zou zijn.
Toch kwam die uitzonderingspositie er niet. En daarom heb je – als je aan de voorwaarden voldoet – ook als sporter recht op transitievergoeding. Daarvoor overwoog de minister:
‘Als er binnen de amateursportsector voor gekozen wordt om de contracten van de (voetbal)trainers vorm te geven als arbeidsovereenkomst, is het arbeidsrecht van toepassing. Partijen hebben er, ondanks het hobby-karakter van de (bij)baan, dan voor gekozen om de overeenkomst als een arbeidsovereenkomst vorm te geven. Op een arbeidsovereenkomst is het ontslagrecht, en daarmee ook de maatregelen rondom de transitievergoeding, van toepassing. De regering ziet geen aanleiding hier een uitzondering voor te maken. Omdat het in de amateursport vaak gaat om kleine bijbanen, zullen de kosten voor wat betreft de transitievergoeding beperkt blijven. Beëindiging van arbeidsovereenkomsten van een kleine omvang binnen twee jaar zullen daarom niet leiden tot een grote kostenpost voor deze sector.’
In de sport zien we regelmatig dat het contract van een speler, trainer of coach niet wordt verlengd, maar dat werkgever en werknemer tegen het einde van het lopende seizoen wel een nieuw tijdelijk contact voor het nieuwe seizoen sluiten. Dit noemen we ‘terugkerend tijdelijk werk’. In dat geval heb je als werknemer geen recht op transitievergoeding. Voorwaarde is wel dat het nieuwe contract vóór het eindigen van het lopende contract is gesloten en het nieuwe contract uiterlijk zes maanden na het eindigen van het vorige contract ingaat.
Vragen?
Heb je vragen over dit onderwerp? Of ben je benieuwd of jij recht hebt op transitievergoeding? Neem dan gerust contact met mij op, ik help je graag.
https://www.magnuslaw.nl/wp-content/uploads/2024/09/unsplash-image_3e9f33d0250eb256fcd2840dc7d1078e_2000.jpeg13332000Jeen Kerstenhttps://www.magnuslaw.nl/wp-content/uploads/2022/09/logo_magnuslaw.svgJeen Kersten2023-03-20 13:08:522025-04-29 11:41:22Contract niet verlengd? Heb je dan ook in de sport recht op transitievergoeding?